Voetbalsupporters
Prof. dr. Mathijs Vervloed, bijzonder hoogleraar Ondersteunde Communicatie, schrijft enkele keren per jaar een column waarin hij de nieuwste wetenschappelijke inzichten vanuit zijn leerstoel verbindt met actuele ontwikkelingen in de samenleving.

Een onverwacht gesprek in de trein
Ik kwam net terug van een congres en enigszins vermoeid zat ik in de trein van Schiphol terug naar huis. Bij station Amsterdam Arena stapten meerdere voetbalsupporters in. Aan hun shirts te zien waren supporters van Ajax. Die dag had Ajax weliswaar gewonnen maar de titel ging toch naar PSV. De supporters zagen er dan ook niet echt vrolijk uit. Wel enigszins aangeschoten. Het blikje in hun handen verraadde waardoor dat kwam. Ze praatten ook nogal hard. Hun gesprek was daardoor goed te volgen.
Geen voetbal, maar voorleesverhalen
Dat ging overigens totaal niet over voetbal. In hun geval heel verstandig want wat moet je bespreken als je cluppie wint maar niet de titel grijpt. Dan kan je het maar beter hebben over iets anders. Wat bleek. De heren waren jonge vaders en bespraken de deugden van het voorlezen. Vader 1 deed dit voorlezen ook elke avond, voor het slapen gaan van zijn dochter. Hij scheen er ook lol in te hebben.
'Het was zo gezellig’, zei hij.
Vader 2 was ergens wel verbaasd dat zijn zoontje dat voorlezen ook zo leuk vond. Vol ongeloof constateerde hij: ‘Kinderen houden ook van herhaling, je kan echt elke dag hetzelfde verhaal vertellen’.
‘Het is ook goed voor hun taal’, zei vader 1. ‘Ja’, zei vader 2. ‘Je gebruikt toch woorden bij het voorlezen die je normaal niet gebruikt’. Een flinke boer zette een krachtige punt achter dit statement.
Geen idee welk kinderboek werd voorgelezen waarin woorden staan die je normaal gesproken niet gebruikt. Misschien een eerste druk van Jip en Janneke die 'fluks wat pret' en 'jokkernij' uithaalden. Maar ze hadden wel gelijk: lezen verbetert de woordenschat, blijkbaar ook van de voorlezer.
Pedagogisch verantwoord
Dit gesprek ging een tijdje zo door. Ik kon mij niet aan de indruk onttrekken dat deze twee voetbalsupporters in de deugden van het voorlezen toch vooral hun verdriet om het verliezen van de landstitel aan het verdringen waren. En ik dacht nog: als ze maar niet vanavond met dubbele tong gaan voorlezen. Hoewel, een goed verhaal over Koen kampioen kunnen hun kinderen misschien al wel waarderen.
Bij het verlaten van de trein in Utrecht bleek vader 2 overigens helemaal geen bier, maar een bruiswatertje te drinken. Het ontnuchteren was dus al begonnen. Ze waren weg voordat ik ze kon complimenteren met hun pedagogische handelen.
Voorlezen: goed voor de taalontwikkeling
Voorlezen is inderdaad heel goed voor de taalontwikkeling. Het is een activiteit die je niet vaak genoeg kan doen. Bijna alle kinderen vinden het ook een leuke activiteit. En inderdaad werkt herhaling, liefst in letterlijke bewoordingen. Kinderen leren zo de betekenis van woorden en de structuur van zinnen en taal ontdekken. Herhaling zorgt voor voorspelbaarheid. Kinderen gaan woorden voorzeggen of plaatjes aanwijzen op het moment dat ze dit verwachten in het verhaal. Waarschijnlijk geldt dit allemaal ook voor kinderen die gebruikmaken van ondersteunde communicatie (OC). Lezen en voorgelezen worden zijn allereerst gewoon heel leuke activiteiten. Bij Milo helpen we ouders, opa’s en oma’s, maar ook professionele opvoeders bij het leren voorlezen. Door van voorlezen een leuke activiteit te maken is het naast plezierig ook leerzaam.
Interactief voorlezen met ondersteunde communicatie
-
Lees meer over de training Interactief voorlezen met ondersteunde communicatie.
Onderzoek naar beginnende geletterdheid
Bij de leerstoel Ondersteunde Communicatie (OC) doen wij ook onderzoek naar lezen. Lilianne Janssen-Duim onderzoekt hoe beginnende geletterdheid bij kinderen met communicatief meervoudige beperkingen (CMB) die ondersteunde communicatie gebruiken het beste gestimuleerd kan worden.
Het gaat hier om jonge kinderen die nog geen echt leesonderwijs krijgen, maar wel vertrouwd worden gemaakt met boeken en verhalen. Bij beginnende geletterdheid hoort ook dat kinderen leren dat woorden zijn opgebouwd uit losse klanken. Dat klanken kunnen rijmen en dat klanken in letters gevangen kunnen worden.
We dit onderzoek om twee redenen:
- Over beginnende geletterdheid bij kinderen en hun communicatiepartners die ondersteunde communicatie gebruiken is niet veel bekend
- Veel leerkrachten van peuters en kleuters die ondersteunde communicatie gebruiken geven aan behoefte te hebben aan ondersteuning bij het leren van taal en communicatie.
Onderzoek naar beginnende geletterdheid
-
Lees meer over het lopende onderzoek 'Beginnende geletterdheid bij kinderen met een communicatief meervoudige beperking'.
(Leren) lezen voor iedereen
Toegegeven: soms moeten we professionals ook overtuigen dat het mogelijk én zinvol is om kinderen die gebruik maken van ondersteunde communicatie te leren lezen en spellen. Niet kunnen spreken betekent niet altijd dat je gesproken of geschreven taal niet begrijpt.
Lilianne onderzoekt eerst wat al bekend is over instructiemethoden. Ze doet dit door literatuur te lezen en door het bevragen en observeren van leerkrachten en groepsleiders. Uiteindelijk willen we bereiken dat er een instructiemethode en een lijst met goede adviezen komen voor beginnende geletterdheid bij kinderen met communicatief meervoudige beperkingen. We houden je op de hoogte van de resultaten.
Onze twee voetbalvaders hoeven we niet te overtuigen. Ik kan alleen maar hopen dat hun favoriete club vaker verliest, zodat zij hun medetreinreizigers vaker deelgenoot kunnen maken van hun heldere inzichten.
Lees onze onderzoeken
-
Lees meer over het onderzoek 'Zelfgemaakte film als ondersteunde communicatie (FaOC) en het gebruik in gesprekken'.
-
Lees meer over het lopende onderzoek 'Beginnende geletterdheid bij kinderen met een communicatief meervoudige beperking'.
-
De ontwikkeling van een screeningsinstrument voor de onderliggende kerndomeinen van communicatieve competentie bij kinderen met communicatief meervoudige beperkingen
Lees meer over het onderzoek 'De ontwikkeling van een screeningsinstrument voor onderliggende kerndomeinen van communicatieve competentie in kinderen met communicatief meervoudige beperkingen'.