Beginnende geletterdheid bij kinderen met een communicatief meervoudige beperking
Voor dagelijkse communicatie zijn de meeste kinderen met een communicatief meervoudige beperking (CMB) afhankelijk van hulp, bijvoorbeeld in de vorm van ondersteunde communicatie (OC). Wanneer deze kinderen leren lezen en schrijven vergroot dit hun mogelijkheden tot communicatie. Dit geeft hen de mogelijkheid om deel te nemen aan op tekst gebaseerd onderwijs. Tot nu toe is er echter weinig bekend over de manier waarop kinderen met communicatief meervoudige beperking beginnende geletterdheidsvaardigheden ontwikkelen en hoe we ze hierin kunnen ondersteunen.
Over dit onderzoek
Lilianne Janssen-Duim is promovenda aan het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit. Samen met het onderzoeksteam (prof. dr. Mathijs Vervloed, em. prof. dr. Hans van Balkom, dr. Judith Stoep en dr. Stijn Deckers) onderzoekt zij de ontwikkeling en het onderwijs van beginnende geletterdheid bij kinderen met een communicatief meervoudige beperking (CMB). Het onderzoek maakt onderdeel uit van de leerstoel Ondersteunde Communicatie en wordt gefinancierd door Stichting Milo.
Het onderzoek is goedgekeurd door de ethische commissie van de faculteit der sociale wetenschappen van de Radboud Universiteit (ECSW-2023-113). Mocht je vragen hebben, neem dan gerust contact op met de hoofdonderzoeker, Lilianne Janssen-Duim: lilianne.janssen-duim@ru.nl.
Doel van het onderzoek
Het doel van het vijfjarige promotieonderzoek is om een instructiestrategie te ontwikkelen waarmee we de beginnende geletterdheid van kinderen met een communicatief meervoudige beperking kunnen stimuleren. Om dit te kunnen ontwikkelen is eerst inzicht nodig in de huidige onderwijspraktijk. Met dit onderzoek willen we in kaart brengen of kinderen met een communicatief meervoudige beperking op school gestimuleerd worden in hun beginnende geletterdheid en, indien dit het geval is, hoe dit er dan precies uitziet (denk aan het voorlezen uit een prentenboek, het doen van klank- en rijmspelletjes of aandacht besteden aan geschreven taal in een speelse setting). Door deelname van leerkrachten die met deze doelgroep werken aan dit onderzoek kunnen wij zorgen dat de instructiestrategie theoretisch onderbouwd, praktisch bruikbaar en passend bij de onderwijspraktijk is.
Voor dit lopende onderzoek zijn we op zoek naar deelnemers die een bijdrage willen leveren.
Wie kan deelnemen?
- Alle leerkrachten die lesgeven aan kinderen met een communicatief meervoudige beperking met een beginnend geletterdheidsniveau, die nog niet in staat zijn om langere teksten te lezen
- Die werkzaam zijn binnen het cluster 1-, 2-, of 3-onderwijs
- Of die kinderen met een communicatief meervoudige beperking binnen het reguliere onderwijs ambulant begeleiden
Ook als leerkrachten zich in het onderwijs niet richten op het stimuleren van beginnend geletterdheid willen wij graag weten vanuit welke overwegingen dit niet gedaan wordt.
Binnen dit vragenlijstonderzoek richten wij ons specifiek op leerkrachten. Uiteraard vinden wij ook de ervaring van andere professionals en betrokkenen zeer waardevol, maar het blijkt niet haalbaar om alle betrokkenen (tegelijk) te bevragen. Begeleiders van kinderen met een communicatief meervoudige beperking in zorg- en ontwikkelingsgerichte groepen, zoals orthopedagogische dagcentra, zijn eerder al middels vragenlijstonderzoek benaderd.
Wat houdt je deelname in?
Voor dit onderzoek vragen we je om een korte online vragenlijst in te vullen, die ongeveer 15 tot 30 minuten duurt. De vragenlijst gaat over het stimuleren van beginnende geletterdheid bij kinderen met een communicatief meervoudige beperking. Daarna kun je kiezen of je ook wilt deelnemen aan een vervolginterview of een observatie.