Tijd voor een nieuw kabinet

Geschreven door

Prof. dr. Mathijs Vervloed, bijzonder hoogleraar Ondersteunde Communicatie, schrijft enkele keren per jaar een column waarin hij de nieuwste wetenschappelijke inzichten vanuit zijn leerstoel verbindt met actuele ontwikkelingen in de samenleving. 

De verkiezingen zijn geweest

De verkiezingen zijn net geweest. Ons land heeft een nieuw kabinet nodig. Bestaande en nieuwe politieke partijen hebben programma’s geschreven waarmee ze de kiezers wilden verleiden op hun partij te stemmen. Elke partij koos ook een paar issues waarop zij zich wilden onderscheiden van de concurrentie. Elke keer vraag ik me af wat er over de zorg wordt geschreven, in het bijzonder over hulp bij communiceren. Want met het invullen van de stemwijzer, kieskompas, stemchecker of de kieswijzer ouders kom je er niet uit hoe de politiek denkt over kinderen die niet of nauwelijks kunnen praten, ofwel kinderen met een communicatief meervoudige beperking (CMB). 

Inclusie klinkt mooi, maar hoe doe je dat?

De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland had voor de verkiezingen van 2021 nog een analyse gemaakt over “Wat zeggen politieke partijen over de gehandicaptenzorg en een inclusieve samenleving?”. Voor de verkiezingen in 2025 kon ik ten tijde van het schrijven van deze column geen analyse van hun hand vinden. Wel een pamflet: “Iedereen doet mee! Bouwstenen voor de verkiezingsprogramma’s”. Over communicatieondersteuning lees ik niets. 

Wat nog het meest relevant was voor kinderen met CMB was de oproep: “Maak van samen opgroeien de norm. Kinderen met en zonder beperking samen op de kinderopvang en de voorschoolse opvang. Naar dezelfde school en sportclub.” 

Ik hoor mezelf denken, “maar hoe dan?”. In mijn eerste column voor Milo heb ik hier al over geschreven, inclusie is een mooi ideaal, maar als het op de uitvoering aankomt lopen de meningen uiteen. Daarom keek ik verder. Wat schrijft de Nationale Zorggids over wat politieke partijen melden over kinderen met CMB? Het antwoord is eenvoudig: niets.

Communicatie en hulpmiddelen 

Ik kan het niet mooier maken dan het is. Jazeker, er staan voorstellen voor de gehandicaptenzorg in de partijprogramma’s. Maar niets over communiceren, communicatiehulpmiddelen of kinderen met CMB. 

Het woord communicatie vind ik in de zin, “Er komen investeringen voor duidelijke communicatie, laagdrempelige locaties en zorg op maat”. Hier wordt vooral gedacht aan mensen met een licht verstandelijke beperking, dat de communicatie op hen gericht begrijpelijk moet zijn. Belangrijk, maar ook een luxeprobleem als je kind CMB heeft. De communicatie komt soms niet eens binnen. 

Dan gezocht op het woord hulpmiddel. Welgeteld één vermelding, Een politieke partij vindt, “Mensen met een beperking moeten makkelijker toegang hebben tot sporthulpmiddelen en sportaccommodaties.” Dit is een voorbeeld van fysieke inclusie, zorgen dat mensen aanwezig kunnen zijn. Maar zorgt dat er ook voor dat mensen echt meedoen, het gevoel hebben erbij te horen?

Een andere partij heeft een vergelijkbaar voornemen, “Fysieke, sociale en financiële drempels die mensen met een beperking belemmeren deel te nemen aan sport, neemt de partij weg.” Bij het wegnemen van fysieke en financiële drempels kan ik me iets voorstellen. Maar, hoe ga je sociale drempels wegnemen?

Een wet die alles regelt?

Overigens valt op dat bij het wegnemen van fysieke drempels vaak het voorbeeld van de rolstoel genoemd wordt. Brede deuren en geen drempels. Maar zelfs dat kunnen we niet regelen.  Nou ja, we kunnen het wel, want het gebeurt op veel plaatsen. Maar niet overal. 

De oplossing. Gewoon een wet maken die toegankelijkheid regelt en ook toezien op naleving. Desnoods starten we een ondersteunde communicatie ondersteuningsloket waar je alle informatie over ondersteunde communicatie (OC) kunt vinden, materialen kunt lenen en trainingen kunt volgen. 

Neem in die wet dan ook op dat overheidscommunicatie in begrijpelijk Nederlands wordt geschreven en lees- en communicatiehulpmiddelen (gratis) worden verstrekt in lokale ondersteuningsloketten, zogenaamde LOL’s.  

Daarna rollen we deze wet uit over heel de Nederlandse samenleving en dwingen we ook professors om moeilijke woorden als ‘inclusie’, ‘column’, ‘issue’ en ‘relevant’ gewoon te schrijven als samenleven, stukje, punten en belangrijk.

Lees onze onderzoeken